Wat is afasie?
Afasie is een taalstoornis die ontstaat door een hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit hersenletsel wordt meestal veroorzaakt door een beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een hersentumor, een ongeval of een andere aandoening in de hersenen. Afasie komt hierdoor meestal voor bij oudere mensen, maar ook bij jongeren kan hersenletsel ontstaan met afasie als gevolg. Verbetering van de taalproblemen treedt op in de eerste drie tot zes maanden van het herstel.
Mensen met een afasie hebben problemen met het begrijpen van gesproken taal en of/het spreken, het lezen en het schrijven. Er zijn verschillende soorten afasie, afhankelijk van de ernst en combinatie van verschijnselen. Iemand met afasie begrijpt niet altijd precies wat er tegen hem gezegd wordt, hij vangt bijvoorbeeld alleen trefwoorden op tijdens een gesprek en bedenkt zelf het verband hiertussen. Vooral bij ingewikkelde zinnen levert dit misverstanden op.
Tevens is het spreken gestoord. Patiënten hebben vaak woordvindingsproblemen, en regelmatig komt het voor dat een afasiepatiënt een ander woord zegt dan hij bedoelt. Ook kan hij moeite hebben met het maken van zinnen. Door deze stoornissen kan het voor de omgeving moeilijk zijn hem te begrijpen. Zowel problemen met het begrijpen als het uiten van taal geven stoornissen in de communicatie.
Naast het spreken en begrijpen kunnen er problemen zijn met het lezen en schrijven. Het lezen van een boek of het volgen van een ondertiteling op de televisie is vaak moeilijk en soms onmogelijk. Problemen met schrijven maken het bijvoorbeeld moeilijk om boodschappen te noteren bij het telefoneren. Voor meer informatie over afasie, zie
Wat doet de logopedist? De logopedist neemt eerst een onderzoek betreffende de taal en/of de communicatie af. De resultaten worden zowel met de patiënt als de directe omgeving van de patiënt besproken. De logopedist geeft voorlichting en adviezen aan familie en omgeving.
De behandeling is gericht op de individuele problematiek. Vaak worden er oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de patiënt en de directe omgeving geleerd hoe zij op een andere manier dan vroeger met elkaar kunnen communiceren. Wanneer blijkt dat een communicatiehulpmiddel zinvol is zal de logopedist hierover adviseren en begeleiding bieden. Het resultaat van de behandeling is afhankelijk van vele factoren en is daarom moeilijk voorspelbaar.
Als de logopedische behandeling plaatsvindt in een instelling, maakt deze deel uit van de bedprijs of het dagbehandelingstarief. Het onderzoek en de behandeling van afasie worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
A.L.S. (Amyotrofische Lateraal Scierose)?
Amyotrofische Lateraal Scierose (ALS) is een aandoening, waarbij de zenuwcellen en zenuwbanen aangetast worden. Daardoor kunnen de spieren niet meer gevoed en in werking gesteld worden en het gevolg is (ernstige) spierzwakte. De ziekte kent een progressief verloop en is niet te genezen. ALS komt meer bij mannen dan bij vrouwen voor.
ALS kan zich in drie vormen openbaren, die al of niet tegelijk kunnen voorkomen. Men spreekt van het armtype, waarbij de eerste symptomen van spierzwakte zich laten zien in een hand. Hierdoor worden fijne vingerbewegingen als schrijven of het dichtmaken van knoopjes onmogelijk. Bij het beentype begint de spierzwakte in een been, waardoor onder andere traplopen bemoeilijkt wordt. Bij het derde type, het zogenaamde bulbaire type, zijn vooral de spieren van de tong en de keel betrokken. Dit leidt tot problemen met spreken (slappe tong, zwakke stem), moeite met slikken en kauwen en tenslotte tot ademhalingsstoornissen. De volgorde waarin de ziekte zich openbaart kan verschillen, maar uiteindelijk zullen bij alle typen vrijwel alle spierfuncties achteruitgaan.
ALS tast het verstand niet aan en ook het horen, zien, voelen, proeven en ruiken blijven doorgaans intact. Hoe de ziekte ontstaat is nog niet bekend; er wordt veel onderzoek gedaan naar de oorzaak en mogelijke geneeswijze van ALS. Voor meer informatie over ALS zie:
Wat doet de logopedist?
Via de huisarts of medisch specialist, bijvoorbeeld neuroloog, wordt een patiënt naar een logopedist verwezen. De logopedist zal onderzoek doen naar de problemen met betrekking tot het spreken, kauwen, slikken en ademen en de ontstane beperkingen. Het functioneren van de spieren in het hoofd/halsgebied wordt onderzocht en de verstaanbaarheid wordt beoordeeld.
De behandeling zal onder andere erop gericht zijn de communicatie zo goed mogelijk te waarborgen gedurende het hele ziekteproces. Hiervoor kunnen oefeningen gegeven worden die erop gericht zijn de restmogelijkheden op het gebied van stem en spraak zo goed mogelijk te gebruiken. De patiënt en zijn directe omgeving krijgen adviezen en worden begeleid, ook wanneer een hulpmiddel ter ondersteuning van de communicatie nodig is. Bij slik- en kauwproblemen zal de logopedist proberen de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Hetzelfde geldt voor ademproblemen.
Het onderzoek en de behandeling bij ALS worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Wat is dysartrie?
Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken spieren die nodig zijn voor de ademing, de stemgeving en de uitspraak onvoldoende.
Oorzaken van dysartrie zijn bijvoorbeeld een beroerte (CVA), een hersentumor, een ongeval, een spierziekte, A.L.S. of een neurologische aandoening (zoals de ziekte van Parkinson). Deze aandoeningen zullen voornamelijk oudere mensen treffen, maar ook bij jongeren kan een dysartrie ontstaan.
De communicatie bij mensen met dysartrie is gestoord, omdat ze moeilijk te verstaan zijn. Dit kan komen door een onduidelijke uitspraak, een te zachte en/of hese stem, en eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan. Bij dysartrie ten gevolge van een CVA is er vaak sprake van een verlamming aan één kant van het aangezicht, waardoor de mimiek verandert. Tevens kan hierdoor speekselverlies optreden. Er kunnen slikproblemen optreden, zie slikproblemen bij volwassenen. Voor meer informatie over dysartrie, zie:
Wat doet de logopedist?
De logopedist zal onderzoek doen naar het gevoel en het functioneren van de spieren in het gezicht. Ook wordt de stem en de verstaanbaarheid beoordeeld.
De behandeling zal er op gericht zijn de verstaanbaarheid te verbeteren. De patiënt wordt geleerd optimaal gebruik te maken van zijn mogelijkheden. In het algemeen wordt vanuit een juiste, symmetrische lichaamshouding aandacht besteed aan de mondmotoriek (zowel van belang bij het eten en drinken als bij het spreken), de uitspraak, de ademing en de stemgeving. Er worden adviezen gegeven aan de patiënt en zijn directe omgeving. De resultaten van de behandeling zijn mede afhankelijk van de ernst en de aard van de ziekte of aandoening.
Als blijkt dat de patiënt ook met logopedische behandeling niet tot verstaanbaar spreken komt, zal de logopedist met de patiënt een geschikt communicatiemiddel zoeken. Dit kan een gebaren- of tekensysteem zijn of een elektronisch communicatiehulpmiddel.
Als de logopedische behandeling plaatsvindt in een instelling, is deze bij de bedprijs of het dagbehandelingstarief inbegrepen. Patiënten die thuis zijn kunnen door een vrijgevestigd logopedist behandeld worden. Het onderzoek en de behandeling van dysartrie worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Wat is verbale ontwikkelingsdyspraxie?
Bij sommige kinderen komt het leren praten maar niet of moeizaam op gang. Eén van de oorzaken van het niet of verkeerd spreken kan een verbale ontwikkelingsdyspraxie zijn. Dit is een spraakstoornis die te maken heeft met de beweging: de mond wil niet op de juiste manier bewegen. Het kind heeft problemen met het programmeren, afstemmen en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor het spreken.
Door deze stoornis zijn de klanken die het kind maakt soms onherkenbaar of ze komen in het woord op de verkeerde plaats terecht. Het komt voor dat het kind de klank wel in het ene woord kan maken en niet in het andere. Het kan zelfs zo zijn dat een klank of woord niet uitgesproken kan worden, terwijl het op een ander moment wel lukte.
Ook andere activiteiten van de mond kunnen problemen geven zoals eten, drinken, blazen en zuigen.
Het niet of slecht spreken leidt tot problemen in de communicatie: het kind kan niet duidelijk maken wat het wil en wordt niet begrepen door zijn omgeving. Kinderen met deze problemen hebben deskundige hulp nodig, want het gaat om een stoornis die zich niet vanzelf herstelt.
Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt de spraak en de mondmotoriek van het kind, observeert het eten en drinken en stelt een diagnose. Nader onderzoek door een medisch specialist kan nodig zijn. De logopedische therapie is gericht op het leren aansturen van de spraakbewegingen. Er wordt geoefend om bewegingen van de tong, lippen, kaken en het gehemelte nauwkeurig te maken. Op een speelse manier worden spraakklanken apart geoefend, gekoppeld aan symbolen en/of gebaren. De oefeningen worden steeds moeilijker: eerst dezelfde klank achterelkaar oefenen, dan afgewisseld met een andere klank, dan meer dan twee klanken afwisselen enzovoorts. Het kind wordt hierdoor vaardiger in het sturen van de bewegingen van de mond. Dit lukt niet met een paar keer oefenen, maar vereist een geregelde en consequente training, ook thuis.
De duur en resultaten van de logopedische therapie zijn afhankelijk van de ernst van de uitspraakproblemen en van het tijdstip waarop de therapie begonnen is. De therapie kan al op zeer jonge leeftijd (twee a drie jaar) starten.
Het onderzoek en de behandeling van een verbale ontwikkelingsdyspraxie worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Wat is strottenhoofdkanker?
Strottenhoofdkanker is een van de vele verschillende vormen van kanker. Het is een kwaadaardig gezwel (tumor) in het strottenhoofd. Hoe deze vorm van kanker precies ontstaat, is onbekend. Wel is het zo dat roken – vooral het inhaleren van rook van sigaretten en sigaren – en alcoholgebruik de kans op deze vorm van kanker vergroten. Strottenhoofdkanker komt meer bij mannen dan bij vrouwen voor.
De eerste klachten die optreden zijn afhankelijk van de plaats van de afwijking. Bij een tumor die begint bij de stembanden zal heesheid optreden. Deze heesheid is eerst wisselend, maar wordt steeds erger. Hoe vroeger de tumor ontdekt wordt, hoe minder schade er kan ontstaan. Bij aanhoudende heesheid of vage slikklachten is het daarom raadzaam naar de huisarts te gaan.
Door middel van een kijkoperatie (onder narcose), waarbij een stukje weefsel wordt weggenomen voor onderzoek, kan strottenhoofdkanker vastgesteld worden. Vervolgens zijn er verschillende behandelmethoden mogelijk. Vaak komen ze in combinatie met elkaar voor. De meest toegepaste behandelingen zijn:
- een bestralingskuur (radiotherapie)
- een operatie; meestal wordt een deel van de stemplooien of een stemplooi geheel weggehaald, soms moet het gehele strottenhoofd worden verwijderd
- een behandeling met medicijnen (chemotherapie).
Voor meer informatie, zie: www.kankerpatient.nl/nsvg
Wat doet de logopedist?
De logopedist doet onderzoek naar de resterende mogelijkheden met betrekking tot het stemgebruik.
Wanneer een kleine stemplooioperatie of een bestralingskuur heeft plaatsgevonden, kan de logopedist leren de resterende mogelijkheden te benutten en met eventueel verlittekende stemplooien weer te leren spreken. In de behandeling wordt aandacht gegeven aan de lichaamshouding, een voorwaarde voor goed stemgebruik. Er zal gewerkt worden aan de ademing en aan een economische manier van stemgeven.
Na verwijdering van het gehele strottenhoofd, de zogenaamde laryngectomie, moet men op een andere manier leren spreken. Met het strottenhoofd zijn immers ook de stemplooien verwijderd. De slokdarmspier kan het werk van de stemplooien overnemen. Daartoe moet er lucht langs deze spier gaan, zodat deze in trilling gebracht wordt. Door een techniek te gebruiken die verwant is aan boeren ontstaat geluid, waarmee men kan leren spreken. De logopedist geeft hierbij advies en begeleiding.
Tegenwoordig wordt vaak een ventielstemprothese geplaatst, ook ‘knoopje’ of ‘button’ genoemd. Meestal kan men hiermee na de operatie al vrij snel spreken. Eventueel zal er gebruik gemaakt worden van elektronische spreekapparatuur. Na de behandeling zal men zich meestal weer goed verstaanbaar kunnen maken.
Het onderzoek en de behandeling bij strottenhoofdkanker worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Wat is de ziekte van Parkinson?
De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening waarbij bewegingsstoornissen optreden. De meest opvallende verschijnselen zijn beven (tremor), spierstijfheid en bewegingstraagheid. De ziekte kent een progressief verloop en is niet te genezen.
Naast de bewegingsstoornissen in een of beide lichaamshelften kan ook het spreken aangedaan zijn. Zo doen zich problemen voor in de coördinatie van de adem. De stem wordt zachter. Door stijve gelaatsspieren verslechtert de uitspraak en wordt de mimiek minder duidelijk. Het spreken klinkt vaak monotoon en vlak. Ook is het moeilijk om steeds in hetzelfde tempo te blijven spreken: het tempo wordt steeds hoger en daardoor vermindert de verstaanbaarheid. De verstaanbaarheid is bovendien erg wisselend. Dit leidt tot problemen in de communicatie.
Ook eten en drinken kunnen problemen opleveren. Het kauwen wordt minder krachtig en de patiënt verslikt zich vaker, vooral bij drinken. Ook overtollig speeksel wordt niet automatisch weggeslikt. Samen met een minder krachtige mondsluiting kan hierdoor speekselverlies optreden. Voor meer informatie, zie
Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt welke beperkingen er zijn op het gebied van de adem, stem, articulatie (uitspraak), eten en drinken. De resultaten van het onderzoek worden besproken met de patiënt en eventueel familie.
In overleg met de patiënt wordt een behandelplan opgesteld. Doel van de behandeling is meestal het verbeteren van de communicatie en de verstaanbaarheid. Hiertoe worden de adem, de stemgeving, de articulatie en het tempo geoefend. Er worden adviezen gegeven om het eten en drinken te vergemakkelijken. Wanneer nodig wordt advies gegeven aan de patiënt, zijn familie en/of verzorgers om zo goed mogelijk om te gaan met de communicatieproblemen.
Wanneer verbetering niet meer mogelijk is, kan de logopedist adviseren en begeleiding geven bij de keuze van hulpmiddelen zoals aangepast bestek of drinkgerei en ondersteunende communicatiehulpmiddelen.
Het onderzoek en de behandeling bij de ziekte van Parkinson worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Taal- en spraakstoornissen bij dementie
Dementie wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. De oorzaak is in de meeste gevallen de ziekte van Alzheimer. Kenmerkend voor dementie is de geheugenstoornis. Daarnaast treden er andere stoornissen op, afhankelijk van de oorzaak van de dementie. Taal- en/of spraakstoornissen kunnen bij alle vormen van dementie voorkomen.
Bij een taalstoornis kan iemand zijn gedachten niet meer omzetten in woorden, zinnen en een verhaal; er kunnen problemen zijn met het begrijpen van gesproken en geschreven taal. Een spraakstoornis betreft alleen de spraak: woorden en zinnen worden niet goed of niet duidelijk uitgesproken.
De oorzaak van de dementie bepaalt hoe en waar de hersenen getroffen worden, en daarmee welke taal- of spraakstoornissen optreden. Bij de ziekte van Alzheimer zijn er taalproblemen, aanvankelijk vooral woordvindingsproblemen. Met het erger worden van de ziekte krijgt de patiënt steeds meer moeite om duidelijk te maken wat hij bedoelt en om anderen te begrijpen.
Progressieve semantische dementie vormt een aparte categorie. Bij deze vorm van dementie zijn taalproblemen de eerste signalen van de dementie. De ziekte kent een progressief verloop en is niet te genezen.
De ziekte van Alzheimer en andere soorten dementie kunnen nog niet genezen worden. Wel kunnen patiënten met een bepaalde vormen van dementie baat hebben bij medicijnen om het proces te vertragen. Het is dus belangrijk om zo snel mogelijk de juiste diagnose te stellen; deze is bepalend voor de inhoud en het resultaat van de behandeling. Voor meer informatie, zie
http://www.hersenstichting.nl/
Wat doet de logopedist? De logopedist neemt een taal- en spraakonderzoek af. De resultaten kunnen bijdragen aan het stellen van de juiste diagnose. In de behandeling zal alles er op gericht zijn om de communicatie tussen patiënt en omgeving zo goed mogelijk te laten verlopen. Het merendeel van de verzorgers en partners geeft namelijk aan al vanaf het begin van de ziekte problemen te ondervinden bij de communicatie met de dementiepatiënt. Voorlichting en begeleiding zijn dan zeer belangrijk. De logopedist kan de patiënt trainen om op een andere manier te spreken of taal te gebruiken, bijvoorbeeld met behulp van een agenda of een ‘communicatieboek’. Bij problemen in het begrijpen van taal en bij ernstiger dementie wordt de samenwerking met de partner en de omgeving nog belangrijker. Groepstherapie kan bij alle vormen van dementie zinvol zijn om hetgeen geleerd is toe te passen. Het onderzoek naar en de behandeling van taal- en spraakstoornissen bij dementie worden vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door een huisarts of medisch specialist. Als het logopedisch onderzoek en de logopedische behandeling plaatsvindt in een instelling, maakt deze deel uit van de bedprijs of het dagbehandelingstarief.